De dagen worden weer korter en dat is voor veel paarden het signaal om te starten met de aanmaak van een wintervacht. In tegenstelling tot de lente, kun je je paard niet echt helpen met de zomervacht weg borstelen. Maar er zijn wel andere manieren om je paard te ondersteunen, want het aanmaken van een goede wintervacht kost een paard veel energie!
In de zomer hebben de paarden een dunne vacht, die helpt de warmte snel kwijt te kunnen en weer snel op te drogen bij zweten. In de winter hebben paarden juist een dikke isolerende wintervacht om zichzelf goed warm te houden. In de lente en herfst vindt de rui plaats. Dit heeft niets met toenemende of afnemende temperaturen te maken, maar de uren daglicht per dag. Zodra de kortste dag is geweest en de daglichttijd toeneemt, zal het proces van aanmaken van de zomervacht beginnen. En wanneer de langste dag is geweest en de dagen korter worden, zal het paard de wintervacht gaan aanmaken.
Ook speelt het een rol in welke gebieden een ras zijn oorsprong heeft. Zo zal een Arabisch volbloed een ander type wintervacht krijgen dan de Noorse Fjorden. En ook dieren die het jaarrond buiten staan, zullen een dikkere wintervacht ontwikkelen dan stalpaarden en dus ook meer verharen. Maar het feit is: ieder paard zal gaan verharen na de kortste of de langste dag.
Een gezond paard verhaart probleemloos. Maar er zijn ook paarden die er wat meer moeite mee hebben en zijn maanden bezig om door een ruiperiode heen te komen. Het verharen kost een paard veel energie en dit zal je dan ook merken in het gedrag. Je paard is wat tammer of trager en vatbaarder voor kwaaltjes zoals rainrot en mok. De algehele weerstand is wat lager. Gelukkig kun je je paard goed helpen deze periode door te komen.
Voeding
Zorg voor voldoende ruwvoer. De dagen worden korter, dus de tijd op de wei wordt ook vaak korter. Zorg dan voor goede kwaliteit hooi voor de uren dat het paard niet meer op het gras kan. Hooi met voldoende eiwitten en vitamines en mineralen is in deze periode echt nodig. Heb je armer hooi? Dan is het goed om bij te voeren. Geef een goede balancer en vul ook de eiwitten aan. Producten zoals lijnzaad kunnen je paard helpen makkelijker door de ruiperiode heen te komen en zijn een goede bron van vetten en eiwitten.
Weerstand begint in de darmen, dus het is goed om ook de darmflora een handje te helpen. Er zijn allerlei producten op de markt, waarvan veel vooral commercieel zijn. Een goede probiotica kan helpen, maar ook darmkruiden kunnen de darmen ondersteunen in deze periode. Raadpleeg een dierenarts of voedingsdeskundige als je niet weet waar te beginnen.
Licht
De rui wordt beïnvloed door het langer of korter worden van de dagen. Er zijn stallen die in de herfstperiode het licht langer aanlaten om zo de vachtaanmaak te remmen. Wel moet je hiervoor een lamp hebben met de juiste golflengtes en voldoende lux, een daglichtlamp dus. En eigenlijk moet je hier meteen mee starten na 21 juni, zodra de langste dag is geweest.
Scheren
Sommige paarden maken in augustus al zo'n berenvacht aan, dat ze het in de nazomer veel te warm hebben. Scheren is dan een optie. De vacht groeit nog door tot de kortste nacht (in december dus). Tot die tijd kun je je paard prima scheren. Scheer je later, dan heb je kans dat je al een deel van de zomervacht mee scheert en je de scheerstrepen of het patroon tot in de zomer blijft zien. Let er wel op dat je bij het kouder worden een deken nodig hebt als je paard geschoren is. Of je kiest er voor om alleen de warmste lichaamsdelen te scheren, zoals de hals en de buik. Veel mensen leggen een deken op in de hoop de temperatuur te reguleren en zo een wintervacht tegen te gaan. Zonder daglicht verlengen, beperk je de vachtaanmaak niet. Wel ligt de vacht platter, waardoor het lijkt of er minder vacht is aangemaakt.
Temperatuur
Paarden kunnen goed tegen kou, zeker met een goede wintervacht en goede voeding. Wanneer een paard echt een deken nodig heeft omdat hij te weinig vacht aan heeft gemaakt voor de winter, probeer deze dan aan te passen aan de temperatuur. Een ongeschoren paard heeft een thermo-neutrale zone tussen de -5 en 15 graden Celsius. Dit betekent dat hij tussen deze temperaturen niet staat te rillen van de kou en ook niet zal gaan zweten. Bij een geschoren paard is dit vanaf 10 graden, rond de 8 á 9 graden beginnen zij het dus koud te krijgen.
Vachtverzorging
In de lente kun je je paard helpen bij het verliezen van de vacht door regelmatig te borstelen. In de winter kan dit juist voor problemen zorgen en leiden tot een trage rui, veel talgaanmaak of een droge huid. En ook wassen is sterk af te raden. Hiermee tast je namelijk de waterafstotende laag aan, die ze hard nodig hebben in de herfst en winter.
Je paard één keer per dag borstelen kan geen kwaad. Wanneer je paard zonder deken veel buiten staat, is het verstandig om niet te veel de roskam te gebruiken, maar borstelen wat nodig is. Zo behoud je paard de optimale bescherming tegen de weersinvloeden.