Even terug naar de basis, hoe zit het toch eigenlijk? Het is niet voor iedereen vanzelfsprekend hoe alles rondom paarden werkt of wat erbij komt kijken. Welke soorten er eigenlijk zijn en wat de bedoeling is. In deze blogs nemen we een stapje terug, om de basis weer eens goed te bekijken.
Deze keer kijken we naar 'Bitten'
Algemeen:
Er bestaan enorm veel soorten bitten waardoor je door de bomen het bos niet meer ziet. Welk bit kies je voor jouw paard? Welk bit geschikt is voor jouw paard is afhankelijk van de mond van je paard, het discipline die je rijdt, maar ook jouw eigen niveau met paardrijden.
Het bit ligt in het tandeloze gedeelte van de paardenmond en kan druk geven op verschillende punten. De mond van je paard is erg gevoelig, dus een geschikt bit is van groot belang.
Soorten bitten
Het eerste wat je gaat kiezen is met welke bitringen je gaat rijden. Er zijn vele soorten op de markt. De meest gebruikte zijn de watertrens en de bustrens. Aangezien er vele verschillende bitten zijn, zal hier de vier meest voorkomende bitten beschreven worden.
Een watertrens is een basisbit met losse bewegelijke bitringen en ligt hierdoor vrij los in de mond. Het bit kan wat onrustig in de mond liggen als de ruiter iets met zijn handen doet. Sommige paarden vinden dat niet fijn en reageren daar met een onrustig hoofd op. Het geeft wel meer controle dan een bustrens en wordt daardoor vaker gebruikt voor paarden die wat sterker zijn. Het nadeel van dit bit is dat door de bewegelijke bitringen de velletjes van de mondhoek tussen het bit kunnen gaan zitten. Door dit op te lossen kan er gebruik worden gemaakt van bitschijven.
De bustrens heeft vaste ringen en ligt hierdoor stabiel in de mond van het paard. Doordat de ringen niet los van elkaar kunnen bewegen werkt je handhulp duidelijk in. De bustrens wordt veel gebruikt bij paarden met gevoelige mondhoeken of voor jonge paarden die het bit nog moeten leren kennen. Het is een vriendelijk bit voor de paardenmond en is heel eenvoudig. Afhankelijk van het type, dikte en materiaal werkt een bustrens scherper of zachter in. Doordat de ringen niet los kunnen bewegen van het mondstuk zijn bitschijven niet nodig. De bustrens word geadviseerd voor jonge paarden en voor een ruiter met een normale hand.
Een D-trens is een basisbit met D-ringen en ligt rustig en stabiel in de mond. De druk van de D tegen de wang vergemakkelijkt de wendbaarheid. Het verschil tussen een bustrens en een D-trens is dat de zijkant van een D-trens groter is dan bij een bustrens, waardoor het bit nog stabieler in de mond ligt en meer begrenzing geeft. Door de D vorm kan het bit niet door de mond getrokken worden. Dit maakt de D-trens een fijn bit om jonge paarden te beleren. Afhankelijk van het type, dikte en materiaal krijgt een D-trens een scherpere of zachtere inwerking.
Een kneveltrens heeft 2 staafjes aan de zijkant en ligt rustig en stabiel in de mond. Het ziet er altijd uit als een heel heftig bit, maar het voordeel van een kneveltrens is dat er meer zijdelingse druk op het hoofd van het paard komt, waardoor het paard makkelijker te sturen kan zijn. Dit bit is daardoor erg geschikt voor het opleiden van jonge paarden. Afhankelijk van het type, dikte en materiaal krijgt men een scherpere of zachtere inwerking. Een kneveltrens heeft wel een scherpere inwerking dan een watertrens of bustrens.
Een enkel gebroken bit heeft een schanierpunt in het midden waardoor er druk op de lippen, lagen en aan de zijkanten van de tong ontstaat. Een enkel gebroken bit knijpt de tong bij druk wat samen. Dit wordt ook wel de 'notenkraker-effect' genoemd. Het knijpt dus meer de tong en heeft minder druk op de tong. Niet elk paard vind dit gevoel van 'knijpen' fijn. Met een enkelgebroken bit heb je de kans dat het scharnierpunt in het gehemelte prikt.
Het meest gebruikte mondstuk bij dressuurruiters is het dubbelgebroken bit. Het mondstuk bestaat uit drie delen. Het middelste gedeelte van het mondstuk ligt op de tong waardoor een dubbelgebroken bit meer druk geeft op de tong dan een enkelgebroken bit, verder is de druk gelijkmatig verdeeld over de tong, mondhoeken en de lagen. Hoe breder het tussenstukje is, hoe meer druk het op de tong geeft. Hoe kleiner het tussenstukje hoe meer het effect gaat zijn zoals een enkelgebroken bit.
Een ongebroken bit heeft geen scharnierpunten. Het mondstuk kan recht zijn of de vorm van de tong volgen (ook wel met tongboog genoemd). Het werkt voornamelijk in op de mondhoeken en de tong, minder op de lagen. Doordat het mondstuk ongebroken is, worden de tong en lagen niet bij elkaar geknepen (zoals het enkel gebroken bit) en kan het ook niet in het gehemelte prikken. Het voordeel van een ongebroken bit is dat deze stil in de mond ligt. Paarden die vaak onrustig zijn in de aanleuning kunnen hier baat bij hebben. Wel kan je met een ongebroken bit sterker inwerken met de hand.
Juiste maat bit
De maat en dikte van het bit is ook erg belangrijk. Een te klein bit kan voor wondjes zorgen in de mondhoeken, maar een te groot bit zorgt ook voor ongemak. De juiste lengte is als er aan beide kanten van de mond het bit een halve tot één centimer uitsteekt. Onderstaande tabel geeft een richtlijn voor de juiste maat van het bit. Let wel op dat elk paard anders is dus het kan natuurlijk afwijken.
De dikte van het bit kan je bepalen door te kijken hoeveel ruimte er in de mond is. Leg je wijs- en middelvinger op elkaar en leg ze ter hoogte van het bit dwars over de tong. Afhankelijk hoeveel druk je voelt kies je de dikte van het mondstuk:
- Veel druk, dus weinig ruimte in de mond: dun mondstuk van ongeveer 14 mm.
- Weinig druk, dus genoeg ruimte in de mond: dik mondstuk van ongeveer 16 mm.
Materiaal bit
Ook zijn er nog vele keuzes in het materiaal waar het bit van gemaakt kan zijn. Zo heb je de wel bekende roestvrij stalen bitten. Deze zijn zilverachtig van kleur. Je hebt ook een mix van koperen bitten, deze zijn vaak goud/gelig van kleur en smaken voor het paard wat zoetig. Ook heb je nog bitten die naar appel smaken, maar ook de sweet iron bitten zijn tegenwoordig veelgebruikt. Kunststofbitten zijn weer erg zacht voor de paardenmond. Het nadeel is dat deze bitten vaak een korte levensduur hebben en regelmatig gecontroleerd moeten worden op scheurtjes in het bit, omdat dit anders wondjes veroorzaakt bij het paard.
Zoals je merkt zijn er vele opties voor paardenbitten. Tegenwoordig bestaan er ook bitfitters. Deze professionele hulp kan samen met jou kijken wat voor jouw paard het beste werkt. Zij komen langs op locatie waarbij zij naar jullie gaan kijken wat voor beide het beste werkt. De belangrijkste regel is als volgt: het bit moet goed passen en comfortabel zijn voor het paard in combinatie met de hand van de ruiter. Elk paard reageert weer anders op een bit.