Nieuw onderzoek doet een veel diepere relatie tussen Native Americans en hun paarden vermoeden. Tot voor kort geloofden historici dat paarden zich vanaf het einde van de 17e eeuw over het continent van Noord-Amerika verspreidden, en dit zou zo'n honderd jaar voortduren.
Uit nieuw bewijsmateriaal blijkt echter dat paarden al een eeuw eerder in de Nieuwe Wereld aanwezig waren. Verschillende internationale dierentuinarcheologen, antropologen en deskundigen op het gebied van de inheemse cultuur hebben samengewerkt om een nieuw verhaal te delen.
Paarden zijn ontstaan in Noord-Amerika
Wetenschappers weten dat paarden miljoenen jaren geleden uit Noord-Amerika kwamen. Equus simplicidens – ook bekend als het Hagerman-paard, Hagerman-zebra en Amerikaanse zebra – was het eerste Equus-geslacht, gevonden in wat nu de Verenigde Staten is. Het leek qua uiterlijk op het moderne paard en verspreidde zich uiteindelijk over de hele wereld.
Fossiel van het Equus Simplicidens in het Utah Museum of Natural History.
Terwijl Equus simplicidens verder evolueerde tot de paardenrassen die we nu kennen, stierf het feitelijk uit in Noord-Amerika. Het is ongeveer 10.000 jaar geleden uitgestorven, samen met de meeste grote zoogdieren van het continent, maar de oorzaak blijft nog steeds een mysterie.
Het is waarschijnlijk een combinatie van klimaatveranderingen aan het einde van het Pleistoceen (de laatste ijstijd), de concurrentie om voedsel met bizons en de jacht op paarden door de vroege mens. Maar onderzoekers zijn ook van mening dat er mogelijk nog meer factoren zijn die nog moeten worden ontdekt.
Nieuwsgierigheid over deze periode heeft ook invloed gehad op wat we hebben geleerd over de recentere verspreiding van paarden in Noord-Amerika. Een groeiende belangstelling voor dierentuinarcheologie is samengevoegd met inheemse verhalen om licht te werpen op hoe paarden opnieuw een essentieel onderdeel van en symbool voor het Westen werden.
Nieuw bewijs verandert het verhaal van hoe paarden zich verspreidden
We weten dat paarden aan het einde van de 14e eeuw samen met Spaanse conquistadores in Noord-Amerika arriveerden. Ten onrechte werd echter aangenomen dat de verspreiding ervan over het continent pas begon tijdens de Pueblo-opstand van 1680, toen de Native Americans in opstand kwamen tegen de Spaanse kolonisten om hen te verdrijven uit het gebied dat nu de Amerikaanse staat New Mexico is.
Europese teksten verkondigden dit idee. Maar Native Americans geloofden lange tijd dat dit verkeerd was. Hun verhalen en mondelinge geschiedenis vertelden minstens al in het begin van de 17e eeuw over het houden, vervoeren en verhandelen van paarden. Ze hielden vol dat veel inheemse groepen paarden tegenkwamen lang voordat ze kolonisten in het oog kregen.
Ten slotte heeft een grootschalig onderzoek, gesteund door de National Science Foundation, overtuigend bewijs aan het licht gebracht dat de Indianen gelijk hadden over hun paardenerfgoed. Radiokoolstofdatering en DNA-analyse van paardenresten gevonden in het Amerikaanse Westen laten zien dat deze dieren daar al lang vóór 1680 aanwezig waren.
Het is zeker dat het Iberische rassen waren, wat overeen komt met paarden die door de Spanjaarden naar Noord-Amerika waren gebracht. Bovendien waren de paarden geen wilde vluchtelingen, maar gezelschaps- en rijdieren die goed geïntegreerd waren in inheemse samenlevingen.
Ander bewijsmateriaal bevestigt dit onderzoek, waarbij honderden wetenschappers uit Amerika, Europa en het Midden-Oosten betrokken waren, evenals experts op het gebied van de inheemse cultuur en mondelinge traditie:
Sommige paarden hadden verwondingen die behandeld zijn op een manier die primitieve veterinaire zorg weerspiegelden.
Sporenchemicaliën toonden aan dat de paarden maïs aten, een inheems gewas.
Tandbeschadigingen en schedelvorming duiden op het gebruik van hoofdstellen bij paarden.
Waarom deze kennis zo belangrijk is
De terugkeer van paarden naar Noord-Amerika heeft een cruciaal effect op de definitie van hun rol binnen grotere ecosystemen. De huidige wilde paarden in het Westen zijn geen problematische invasieve soort, maar een inheems dier dat eeuwen na zijn herverwildering worstelt. Dat deze paarden zo’n grote rol speelden in de inheemse cultuur betekent dat het nog belangrijker is dat hun bescherming de aandacht krijgt die het verdient.
Het is ook belangrijk dat de weergave van inheemse culturen accuraat is, van het houden van paarden tot andere facetten van hun leven en gebeurtenissen. De studie wijst ook op de noodzaak van een betere erkenning van de mondelinge traditie van de Native Americans, naast de conventionele Europese geschiedenis.
Het goede nieuws is dat een dergelijke wijdverbreide en succesvolle samenwerking tussen genetische onderzoekers en cultuurhistorici een goed voorteken is voor toekomstige inspanningen. We zullen de komende jaren ongetwijfeld meer leren over paarden in Noord-Amerika.
Geschreven door Patricia Salem / FEI.org