Foto op omslag door Oliver Hardt / Getty Images for FEI
Van de warming-up tot balken tot stille handen...
Een ding waar we bij Ingrid Klimke zeker van zijn, is dat we niet precies weten of er iets is wat ze niet kan doen. Van dressuur diva tot eventing superster, ze laat alles er uitzien alsof het geen enkele moeite kost. We weten bijna zeker dat wanneer we haar een pijl en boog geven, ze ook nog zou uitblinken in boogschieten te paard!
Klimke - een Olympisch, Wereld- en Europees kampioene - wordt vaak geprezen om haar manier van trainen en vermogen om het beste uit verschillende paarden te halen. Dus van wie zou je beter advies kunnen krijgen dan van de maestro haarzelf?
We hebben verschillende clinics en demo's gezien, boeken doorgebladerd en artikelen gelezen. Van deze hebben we enkele quotes, theorieën en observaties welke je mogelijk helpen om jouw rijden naar het nieuwe level te brengen.
Hier zijn de top 9 tips van Ingrid:
- Doe altijd een warming-up
Dit is niets nieuws, maar als het goed genoeg is voor Ingrid Klimke, is het goed genoeg voor ons! Net als Carl Hester is Klimke een enorme voorstander van voldoende rek- en strekwerk voordat de teugels opgepakt worden en er meer gevraagd wordt.
Ze zegt dat wanneer je de tijd neemt om ervoor te zorgen dat je paard echt soepel, los en op het achterbeen staat, dit de rest van het werk veel gemakkelijker maakt dan wanneer je hem gelijk oppakt en verzameld. Ze voegt er nog aan toe dat ook een goede cooling down met rek- en strekwerk het rijden de volgende dag ook gemakkelijker maakt, omdat je dan in mindere mate te maken krijgt met stijfheid of spierpijn bij het paard.
- Maak gebruik van balken en cavaletti
Als er iets is waar Klimke om bekend staat, dan is dat om het gebruik van balkenwerk en cavaletti's en alledaagse trainingen. Ze gebruikt dit bij al haar paarden en gebruikt dit zelfs bij grote shows.
En waarom? Niet alleen biedt het afwisseling binnen je trainingsschema, maar het helpt je paard ook om hun natuurlijke gangen verder te ontwikkelen en het maakt ze atletisch en flexibel. In een warming-up kan het ook helpen om de paarden meer over de rug te krijgen, zolang je ze maar wel los en rustig over de balken rijdt.
- Handen stil en bij elkaar.
Ook dit is niet echt een stukje advies dat je nooit eerder gehoord hebt, maar Klimke benadrukt meer dan eens hoe belangrijk het is om je handen stil en bij elkaar te houden zodat je een elastische connectie behoudt met de mond van je paard.
Ook zegt ze dat je eerst je vuist moet gebruiken in plaats van je hele arm en dat wanneer je de handen bij elkaar houdt ter hoogte van de schoft, dit helpt om je paard tussen je handen en je benen te houden.
Ingrid Klimke met SAP Hale Bob OLD in een vliegende wissel. Foto door Oliver Hardt/Getty Images for FEI
- Ga rijden zonder beugels
Klimke laat weten dat om echt rechtop te zitten, zeker bij wissels om de pas, ze soms zonder beugels rijdt. We hebben allemaal gezien dat paarden bij vliegende wissels, of wissels om de pas, van links naar rechts swingen in plaats van dat ze van achteren onder komen in een rechte lijn, dit komt meer dan eens door de ruiter, of wordt door de ruiter versterkt.
Zonder beugels is het moeilijker om je zit te verlichten, vast te klemmen en door het zadel te swingen. In plaats daarvan dwingt het je meer om netjes in de beweging te zitten, een juiste balans aan te nemen en je lang te maken in je bovenlichaam.
- Houdt je buitenteugel eraan
Wanneer je druk wil wegnemen of teugel wilt meegeven, doe dit dan met je binnenteugel. De sleutel om je paard verzameld en bij elkaar te houden, is om hem van je binnenbeen naar je buitenteugel te rijden.
Contact houden met je buitenteugel begeleidt je paard in de lengte van het frame, het tempo en de buiging.
- Houdt rekening met de persoonlijkheid van je paard
Er is een reden waarom zoveel verschillende type paarden eruit zien als supersterren met Klimke in het zadel. Ze onderhoudt ieder paard als een individu met zijn eigen natuur - en dat is iets wat niet gecontroleerd of onderdrukt moet worden in de training, maar zou juist gerespecteerd moeten worden.
Praktisch gezien betekent dit, dat als de ene methode voor een specifiek paard niet werkt dat je moet overwegen om je aanpak te veranderen, de manier waarop je iets vraagt, of de hulpmiddelen moet aanpassen om het voor je paard makkelijker te maken om "ja" te zeggen op hetgeen wat je vraagt.
- Om een bok uit te zitten...
...houdt het hoofd hoog. Klimke zegt dat de achterhand niet in de lucht kan zijn, als het hoofd ook in de lucht zit.
Ingrid Klimke met SAP Hale Bob OLD tijdens de Europese Kampioenschappen Eventing in Avenches, Zwitserland vorig jaar. Foto: FEI / Richard Juilliart
- Eventing- en springpaarden kunnen nooit te veel dressuur doen
Klimke zegt dat de basis van goed springen ligt in de mogelijkheid om afstanden te verkorten en te verlengen en om goede bochten te draaien. Wanneer het paard goed blijft en makkelijk reageert wanneer je vanaf een rengalop naar een kortere galop gaat in een cross-country wedstrijd, wordt het rijden allemaal veel gemakkelijker.
Veel dressuurtraining helpt je balans en grondigheid te verbeteren, waardoor ook je paard fitter en sterker wordt.
- Wanneer je een moeilijk lijntje oefent, laat het paard het uitzoeken
Een lijntje met in-uitjes springen of meerdere dubbelsprongen achter elkaar, is een geweldige manier om het zelfvertrouwen van het paard te versterken, en het helpt hun techniek te verbeteren. Het is ook een goede oefening voor de ruiter om op jouw positie te focussen.
Klimke zegt dat ze er altijd voor zorgt dat ze ervoor zorgt voor de eerste sprong goed uit te komen, maar dat het daarna aan het paard is om er goed uit te komen. Waarom? Ze doelt erop om voor de ruiter en het paard een goede samenwerking te creëren wanneer beiden verantwoordelijkheid nemen - dus terwijl zij het paard begeleidt (en ze ook volgt!), wil ze ook dat ze voor zichzelf blijven denken en belangrijke besluiten kunnen nemen.
Je weet immers maar nooit wanneer je paard snel moet denken wanneer je richting een hoge, vaste hindernis galoppeert!