te bellen, maar
geen gehoor. Toen..
sloeg de paniekβ¦
toe. Ze rende..
naar haar beste
paard en zag
hem niet! Snelβ¦
voelde ze op
haar hoofd en
Voelde daar haarβ¦
zonnebril. Maar deβ¦.
kleur was ineens
Veranderd naar een
neon paars met
groene stippen. Daarvan
schrok ze zichβ¦
kapot. Snel rendeβ¦.
ze naar huis
Maar toen verderopβ¦
Ineens vuurwerk afging