Iets later dan je van ons gewend bent, maar hier is dan het Ras van de Maand. In deze warme maand is het Arabisch Volbloed aan de beurt!
Het Arabisch volbloed, of kortweg Arabier, is een internationaal zuiver gefokt raspaard. Oorspronkelijk komt de Arabier van het Arabisch schiereiland, waar zij werden gebruikt door nomaden in de woestijn. Het Arabisch volbloed staat bekend om zijn temperament, trouw aan de mens, leervermogen en prestatiebereidheid.
Geschiedenis
Het Arabisch volbloed stamt al van ver voor de Christelijke jaartelling. De Bedoeïenen van het Arabische schiereiland koesterden het Arabisch volbloedpaard en waakten ervoor dat de Arabier zuiver gefokt werd. Door de jaren heen is het Arabisch volbloed geëxporteerd over de hele wereld.
Volgens Arabische volkeren creëerde God de Arabische volbloed uit de zuidenwind. De profeet Mohammed gaf de nomadenstammen de opdracht om dit paardenras zuiver te houden.
Ook is er het verhaal van de zeven stammoeders van het Arabische ras. Toen Mohammed uit Mekka moest vluchten naar Medina, galoppeerde hij met enige volgelingen urenlang door de woestijn. Op een gegeven moment roken de paarden water. Men steeg af om de paarden te laten drinken. Op dat moment riep Mohammed de paarden terug. De zeven merries die terugkeerden, (de trouwste paarden) vormen de stammoeders van het ras. Deze legende verwijst naar het veronderstelde en gewenste trouwe karakter van de arabier, een arabier zal vaak bij een afgeworpen of gevallen ruiter blijven.
Exterieur en uiterlijk
De Arabische volbloed is een gespierd paard maar weegt vaak niet veel meer dan 500 kilo. De stokmaat was oorspronkelijk tussen de 1,40 en de 1,50 meter, maar tegenwoordig worden ook grotere arabieren gefokt die soms wel een stokmaat hebben tot één meter vijvenzestig. De gemiddelde grootte blijft wel rond de één meter vijftig liggen. Het paard heeft een vrij klein hoofd met grote uitdrukkingsvolle ogen en een fijngevormde neus. De meeste arabieren hebben een holle knik in de neus (een concaaf profiel). De oren zijn klein en spits. De hals is smal en een beetje gebogen en de borst is naar verhouding breed. De staartdracht is sierlijk en van het lichaam af gedragen. De croupe is bij voorkeur iets vlak en vrij kort. Het paard beweegt zich sierlijk en soepel, vooral in draf. Ook heeft de arabier een hoge staart. Het ras komt voor in de vachtkleuren vos, bruin, zwart en verschillende varianten schimmel met daarbij de schimmelvariant van de hoofdkleuren. Het ras heeft soms witte aftekeningen op de benen en aan het hoofd. Arabieren hebben in tegenstelling tot alle andere paardenrassen slechts 17 ribben in plaats van de gewoonlijke 18 ribben.
Karakter en gebruik
Algemeen bekend en veelvuldig beschreven zijn het goedaardige temperament en het beminnelijk en zachtmoedige karakter van het Arabische Volbloedpaard. Dit komt tot uiting in zijn genegenheid voor de mens, gepaard gaande met een bijzonder goed leervermogen en hoge prestatiebereidheid. Andere positieve eigenschappen als verdraagzaamheid, gehoorzaamheid tegenover bekenden, onverschrokkenheid, moed en reactiesnelheid worden ten zeerste gewaardeerd. Deze uitzonderlijke karakterstructuur van het Arabische Volbloedpaard, die duidelijk reeds tot uiting kwam in de woestijn, maken van dit paard.
Behalve in de endurance doet de arabier het ook goed in andere sporten zoals dressuur en de verschillende takken van de western. Door zijn opvallende en vaak beeldschone verschijning, plus zijn kwaliteiten, is het ras vaak gebruikt bij het verbeteren van andere rassen. Sommige kruisingen, zoals de anglo-arabier (kruising arabier en Engels volbloed), shagya en gidran zijn op zichzelf zo geliefd dat ze vaak puur worden gehouden en zo bijna een nieuw ras vormen. Ook worden ze tegenwoordig ingezet in de mensport en het springen.
Welk ras wil jij volgende maand uitgelicht zien? Laat het ons weten in een reactie!