Wanneer je je verdiept in Fytotherapie (kruidengeneeskunde) gaat er een wereld voor je open. De fytotherapie is gebaseerd op een schat aan kennis en ervaring die wortelt in een heel ver verleden. De mens begon planten te gebruiken door observatie van de dieren die zij om zich heen zagen, door gebruik te maken van het intuïtieve en instinctieve gedrag van deze dieren. Ook bij onze hedendaagse, gedomesticeerde paarden is het oerinstinct qua kennis van planten en struiken nog steeds aanwezig. De hedendaagse Fytotherapie kan helpen ter ondersteuning of ter genezing van kwalen bij paarden. Ook zien we tegenwoordig steeds meer dat paardeneigenaren een pluktuin aanleggen voor hun paarden. Wat kan je hier nou inzetten? Dit keer de Echinacea.
De belangrijkste eigenschappen en indicaties voor inwendig gebruik van de Echinacea zijn:
Immuniteit:
- Verbetert de algehele weerstand zonder tegen één bepaalde ziektekiem gericht te zijn
- Wekt de in gebreke blijvende immuniteit op tegen zowel virussen, bacteriën en schimmels
- Verbetert de immunotaire respons
- De eerstelijns afweer wordt op verschillende niveaus gestimuleerd en geactiveerd
Andere:
- Ontstekingsremmend in het volledige lichaam
Belangrijk is Echinacea nooit langer dan drie weken te gebruiken en daarna een stopweek in te lassen van een week!
De belangrijkste eigenschappen en indicaties voor uitwendig gebruik van de Echinacea zijn:
Huid:
- Ontsteking werend
- Ontsmettend
- Wond helend
- Antibacterieel
- Jeuk stillend
Geschiedenis van de plant
De Noordamerikaanse indianen kenden reeds de geneeskrachtige werking van Echinacea, ze gebruikten de plant bij insectensteken, slangenbeten, koorts en ter ondersteuning van de wondgenezing. Vooral de wortels werden toegepast, af en toe echter ook de bovengrondse delen. De blanke kolonisten namen het gebruik van Echinacea over. Omstreeks 1870 bracht de Duitser Meyer in het middenwesten van de Verenigde Staten voor het eerst een Echinacea-preparaat op de markt onder de naam "Meyer's Blood Purifyer". Hoewel hij aanvankelijk de naam van de gebruikte geneeskrachtige plant niet kende, was hij absoluut overtuigd van de werkzaamheid bij talrijke aandoeningen, zoals reuma, hoofdpijn, erysipelas en zelfs beten van de ratelslang. Toen hij uiteindelijk de door hem gebruikte plant bij de gebroeders Lloyd in Cincinnati liet identificeren, bleek dat het Echinacea angustifolia betrof, de Echinacea-soort die ook door de indianen veelvuldig werd toegepast. Tegen het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw ontstond in de Verenigde Staten een ware hausse in het gebruik van deze plant. Hij werd het meest verkochte product van de Lloyd-Brothers, destijds de grootste leverancier van plantaardige medicijnen in Noord-Amerika. Het voornaamste toepassingsgebied betrof septische aandoeningen waaronder kraamkoorts en bloedvergiftiging.
Eigenschappen
Echinacea is een in onze streken winterharde vaste plant. De plant wordt zowel gekweekt om haar sierwaarde als om haar medicinale kwaliteiten, en is oorspronkelijk inheems in het Midwesten van Noord-Amerika. Van de negen Echinacea-soorten zijn er drie die voor medicinaal gebruik worden gekweekt, nl de E. purpurea, de E. angustifolia en de E. pallida. Ze zijn vooral van elkaar te onderscheiden door hun hoogte en de kleur van hun pollen: De E. pallida en de E. purpurea zijn duidelijk groter dan de E. angustifolia, die niet hoger wordt dan een halve meter. De E. purpurea en de E. angustifolia hebben geel stuifmeel, terwijl dat van de E. pallida wit is (vandaar trouwens ‘pallida’ = ‘bleek’). De combinatie van beide kenmerken laat dus toe de soorten van elkaar te onderscheiden. Echinacea heeft een voorkeur voor een rijke, doch goed doorlatende grond. Vooral de E. purpurea is erg gemakkelijk te kweken. Het is een plant die perfect op haar plaats is in een siertuin. Vermeerderen kan door zaaien in het voorjaar, door scheuren in de herfst of door wortelstek in de winter.
Gebruik
Droog de bloemen en meng deze door het voer heen, In gedroogde vorm 40 gram per 100 kg lichaamsgewicht per dag. Voor het gebruik uitwendig kunnen de verse bloemen gebruikt worden. Stamp ze iets fijn en leg ze onder een verbandje op de wond. In gedroogde vorm kunnen ze verwerkt worden in een zalfje.