Deze rit leidt je door het Speulder en Sprielderbos. Deze rit is geschikt voor ruiters en menners.
Parkeren:
Omdat ik vlakbij het startpunt logeerde, kon ik via daar beginnen aan deze route. Wanneer je met trailer komt, kan je het beste (vanaf de kant van Garderen gezien) doorrijden op de Garderenseweg (N797). Op de kruising met de Arnhemsekarweg is een parkeerplaats, geschikt voor trailers. Let op: je begint dan bij knooppunt 30. Rijd vanaf hier naar knooppunt 29 en daarna naar knooppunt 31. Je kan nu de route oppakken vanaf knooppunt 89.
De route:
Via https://www.visitveluwe.nl/routes-op-de-veluwe/paardrijden-op-de-veluwe heb ik deze route uitgezet. Wat werken die knooppunten toch fijn! Ik hoop dat ze dit in Drenthe ook nog eens gaan opstarten.
Vanaf de vakantiestal rijden we in 15 minuten naar het eerste knoppunt toe van onze route: nummer 87.
Het is ontzettend rustig in het bos. Het leuke aan dit bos vind ik de enorme variatie aan vegetatie: grillige bomen, dennenbos, beuken, dichte stukken, open stukken, geen stuk is hetzelfde, en er is altijd wel wat te zien. Tara bepaald ons tempo weer, wat, stap blijkt te zijn. We hebben vakantie, we hoeven niks, en stapritten vind ook ik heerlijk!
Genietend van de mooie natuur laat ik mij ook vandaag weer lekker meevoeren door Taar. Ze is alert, maar niet vervelend. Dit is genieten. Halverwege de route (je gaat voorbij knooppunt 84, en wanneer je aan je rechterkant de natuurcamping ziet, sla je op de kruising voor de camping rechtsaf) ligt Boshuis Drie wat een geweldige pleisterplaats is voor paard en ruiter! Je paard kan op de weide (deze is verdeeld in meerdere paddockjes) of in de stands. Water en emmers zijn aanwezig voor je paard. Voor de ruiter is er een heerlijke kaart aanwezig met eten en drinken.
Na een heerlijke lunch is het (helaas) weer tijd om verder te gaan. Wat een fijne plek is dit! Via het pad waar we af waren geslagen van de route af, gaan we weer terug en bij de camping pakken we de knooppunten weer op.
Bij knooppunt 69 kom je bij het Solse Gat. Dit is een kuil midden in het bos. Volgens een eeuwenoude legende is hier, in het Speulder- en Sprielderbos, gedurende de middeleeuwen iets duisters gebeurd:
De legende van het Solse Gat: het klooster
Midden op de Veluwe - in het bos tussen Putten, Garderen en Drie - ligt het Solse gat, een grote kuil tussen de heuvels.
Daar stond eens een machtig klooster met veel torens. Het werd omgeven door een gracht en een brede, statige laan leidde naar de poort.
Maar het was een boos klooster; de overste en alle monniken hadden hun ziel aan de duivel verkocht. Ze leidden een leven van overdaad en weelde. Midden in de nacht werd de zwarte mis gelezen waar alle heksen en spoken uit de omgeving aan deelnamen. Men dronk wijn uit emmers en de hele nacht werden er overvloedige maaltijden opgediend. De duivel zorgde ervoor dat de voorraad nooit opraakte en hij mengde zelf de wijn. Er werd gedanst, gezongen en gevloekt tot in de vroege morgen. Velen hadden 's nachts binnen het klooster vreemde en angstaanjagende geluiden gehoord en iedereen wist dat de hele nacht de vensters van alle zalen hel verlicht waren.
Dat heeft geduurd, tot in een stormachtige kerstnacht, nu al eeuwen geleden. De dorpelingen bleven tijdens die storm angstig in hun huizen en hoorden midden in de nacht plotseling één hevige donderslag. De volgende ochtend kwam een jongetje het dorp binnenrennen en vertelde dat het klooster in het bos geheel was verdwenen en er op die plaats een ijzingwekkend diepe kuil ontstaan was. De bomen er omheen lagen ontworteld ter aarde. Alle bewoners wilden het wonder zien. Men vond nog een met klinkertjes geplaveid straatje en de brede, statige laan; dat was alles wat van het klooster restte. De aarde had zich geopend en zich weer gesloten.
Sinds die tijd komt er om middernacht uit de diepte van het Solse gat een vreemd geluid. De klokken van het verzonken klooster beginnen onregelmatig en schor te luiden, alsof ze allen gebarsten zijn; eerst zacht, maar steeds harder en angstiger. Dan komen uit het duister van de brede laan de geesten van de monniken. Al klagend wandelen ze in een lange sombere rij: langzaam en gebogen gaan ze rondom het gat, waaruit een blauwe gloed opstijgt. Dan zweven ze allen rusteloos uiteen, om opnieuw uit de schaduw van de laan in een lange rij langzaam naar voren te treden. Dit gaat door tot aan het daglicht, dan vluchten ze plotseling jammerend weg in het diepste duister van de sombere kuil.
Zodra de zon schijnt, is het alsof er niets is voorgevallen. Alles is er rustig en men zou er haast aan twijfelen, dat even tevoren de schimmen verdwenen zijn in het water midden in de kuil van het Solse gat.
Bron: Volksverhalen Almanak
De laatste kilometers dienen zich aan en een kleine twintig minuten later zijn we weer op de vakantiestal waar Tara lekker de wei op gaat en ik terug keer naar mijn gehuurde huisje.
Horeca onderweg:
Boshuis Drie https://www.boshuisdrie.nl/
Geopend van woensdag tot en met zondag van 10.30 tot 20.00 uur.
Je paard mag in één van de paddockjes in de weide, of als je geluk hebt, zoals wij dat hadden, omdat we de enigste waren, op het grote middenstuk weide, of in één van de stands. Daarna kan jij rustig genieten op het terras.