Zout is een onmisbaar mineraal voor paarden. Het handigste is om een liksteen aan te bieden, zodat het paard naar behoefte zout tot zich in kan nemen. Er zijn ontzettend veel verschillende soorten likstenen te koop. Ze zijn er van kristalzout, steenzout, Keltisch zeezout, roze Himalayazout en ook nog met toegevoegde mineralen. Maar wat is nou het verschil tussen al die soorten zout?
Natriumchloride, beter bekend als zout, kun je op twee manieren winnen. Door zeewater te laten verdampen of door het ergens diep uit de grond te halen waar ooit lang geleden een zee is verdampt. Zout komt in de natuur voor in de grond als steenzout op plaatsen waar in het verleden binnenzeeën zijn opgedroogd. Zout wordt al eeuwen uit de grond gewonnen, bijvoorbeeld bij Salzburg, dat niet voor niets zo heet. Salz is namelijk het Duitse woord voor zout. Maar al het zout is dus uiteindelijk zeezout. Van een paar jaar oud tot een paar miljoenen jaar oud.
Gekleurd zout
Zout is voor het grootste gedeelte natriumchloride, maar voor een klein deel kunnen er ook andere mineralen in zitten. En daardoor kan zout een kleurtje krijgen.
Himalayazout
Geliefd onder paardenhouders zijn de Himalaya likstenen. De paarden likken er graag aan en het roze kleurtje ziet er ook nog eens leuk uit. Maar waar komt die kleur vandaan? Dat roze kleurtje is niets minder dan ijzeroxide. Toen de binnenzee indampte is dat met het zout opgeslagen. IJzeroxide kennen we ook wel als roest, wat de roze/oranje kleur aan het zout geeft. Paarden vinden de smaak van roest lekker en likken daarom liever aan een himalayasteen dan aan een gewoon zoutblok.
Keltisch zeezout
Keltisch zeezout komt uit de Guérandestreek in Bretagne, Frankrijk. Water uit de koude zeestroom van de Atlantische Oceaan wordt via een ingenieus kanalenstelsel geleid naar ondiepe kleimoerassen. Keltisch zeezout is in twee verschillende vormen verkrijgbaar: ‘sel gris’ (grijs zout), ook wel ‘gros sel marin’ (grof zeezout) genoemd en als wit tafelzout, ‘fleur de sel’ (bloem van het zout) genoemd. Beide vormen zijn zeer rijk aan mineralen en spoorelementen, wat een bijzonder volle en complexe smaak geeft, dat behalve zout- ook zoet- en bittertinten bevat. Van alle zouten heeft Keltisch zout het laagste gehalte aan natriumchloride en is daarmee het zachtste en ‘vriendelijkste’ zeezout ter wereld. Het ruim tweeduizend jaar oude Keltische zoutwinningsproces is hiervoor verantwoordelijk.
Het Keltisch zeezout mengt zich met de kleimineralen waardoor het een grijze kleur krijgt.
De hoeveelheid extra mineralen dat je paard door de kleur binnen krijgt is verwaarloosbaar. Je zal nog steeds mineralen en sporenelementen aan moeten vullen. Het kleurtje voegt dan ook weinig meer toe aan het rantsoen van je paard qua voedingsstoffen. Wel kan de smaak wezenlijk anders zijn dan gewoon wit zout, waardoor paarden wel degelijk een voorkeur kunnen hebben voor een bepaald soort zout.
Keukenzout
Ook keukenzout kun je aan je paard geven. Zeker in de zomer, wanneer je paard veel zweet, kan er een tekort aan zout ontstaan. Maar ook in de winter is voldoende zout noodzakelijk. Heb je geen liksteen? Of merk je dat een liksteen niet voldoende is, dan kun je een theelepel keukenzout aan het voer toevoegen of een emmer met zout water aanbieden. Hiervoor kun je gewoon keukenzout gebruiken. Keukenzout bestaat uit 2 belangrijke elektrolyten: natrium (40%) en chloride (60%). Geef bij voorkeur keukenzout zonder jodium. Mensen hebben vaak een jodiumtekort in hun rantsoen waardoor dat aan het zout wordt toegevoegd. Bij paarden is dat absoluut niet zo en een teveel aan jodium kan zelfs schadelijk zijn.