Even terug naar de basis, hoe zit het toch eigenlijk? Het is niet voor iedereen vanzelfsprekend hoe alles rondom paarden werkt of wat erbij komt kijken. Welke soorten er eigenlijk zijn en wat de bedoeling is. In deze blogs nemen we een stapje terug, om de basis weer eens goed te bekijken.
Misschien een open deur: maar een paard moet eten. Anders overleeft hij het simpelweg niet. Maar wat geef je je paard nu? Er zijn zoveel soorten voer op de markt dat je af en toe door de bomen het bos niet meer ziet. We helpen je een basisrantsoen voor je paard samen te stellen.
Het allerbelangrijkste voer voor een paard is ruwvoer. Dit kun je geven in hooi, gras, stro, takken of planten. Hooi en gras zijn wel het meest bekend. In de winter krijgen paarden vaak alleen hooi, in de zomer komt daar weidegang en dus gras bij. Heb je een koudbloedpaard of een sober ras (bijvoorbeeld een fjord, haflinger, andalusiƫr, enz.), dan is het belangrijk om arm en grof hooi te geven. Deze rassen worden namelijk snel dik en krijgen allerlei andere problemen als hoefbevangenheid bij te rijk hooi. Ook is het belangrijk weidegang beperkt te geven of desnoods een graasmasker om te doen. Heb je een warmbloedpaard (bijvoorbeeld KWPN, NRPS of arabisch volbloed), dan kun je wat rijker hooi geven en is weidegang vaak geen probleem. Voor alle paarden geldt: stro kun je probleemloos voor 30% toevoegen aan je hooi. Daar zit geen energie in, maar wel veel vezels en hierdoor kunnen ze lekker knabbelen. Je kunt zowel hooi als stro los aanbieden, maar je kunt ook gebruik maken van een hooinet of slowfeeder. Zo morsen ze minder en vertraag je de eetsnelheid, zodat ze langer over hun voer doen.
Takken en planten kun je ook bijvoeren. Nooit meer dan een handje per dag. Bijvoorbeeld wilgentakken, maar ook berk, zwarte els, haagbeuk of meidoorn kun je geven. Bij planten kun je denken aan paardenbloem, brandnetel (eerst even knippen), distel, duizendblad, kamille of kleefkruid. Of nog leuker: ga een wandeling maken en laat je paard zelf grazen en zijn planten kiezen. Bij twijfel of het giftig is: niet geven. Geef het alleen als je zeker weet dat het niet giftig is.
Omdat het Nederlandse hooi niet genoeg vitamines en mineralen bevat, is het nodig dit bij te voeren. De meeste paarden hebben genoeg aan een vitaminebrokje, ook wel balancer genoemd. Welke je neemt, maakt niet zoveel uit. Komt je paard energie te kort, dan is het nodig om koolhydraten toe te voegen. Bouwt je paard slecht spieren op ondanks de training, dan is het nodig om eiwitten toe te voegen.
Op veel stallen wordt er een bepaald voer gevoerd aan ieder paard. Het is goed om na te vragen wat voor voer dat is. Zo is voer met veel granen (tarwe, mais, spelt, rogge, haver) helemaal niet zo goed voor veel paarden. En laat dit bij veel brokken of muesli's juist de ingrediƫnten zijn. Het is daarom goed om de etiketten van voerzakken te lezen of aan je stalhouder te vragen wat er gevoerd wordt. Dan kun je dit eventueel aanpassen naar gezondere voeding.
En twijfel je echt over de juiste voeding van je paard? Vraag dan advies aan een onafhankelijke voedingsdeskundige.