In mei en juni is de eerste snede hooi van het land gekomen en nu is de tijd gekomen dat de eerste baaltjes gevoerd kunnen worden. Analyses worden gedaan en nu al is een trend te zien in het hoge suikergehalte in het hooi. Veel paarden kunnen hier tegen. Maar wat als je een paard of pony hebt dat hier minder goed tegen kan?
In het begin van dit jaar klaagden we nog over teveel regen. Maar vanaf april werd het al snel warmer en vanaf 16 mei is er ruim een maand geen regen gevallen. Door de eerdere regen is het gras flink gaan groeien en eind mei en in juni stond het meeste gras al in bloei. De ideale lengte om te maaien en te persen. Maar door de aanhoudende droogte stijgt juist het suikergehalte in het gras. Langer wachten met maaien is ook niet altijd een optie, want zodra het gras te lang wordt, valt het om en kan het niet meer gemaakt worden of gaat zelfs schimmelen aan de grond.
Suiker is energie voor de plant en daarmee kan de plant groeien. Voor deze groei is meer nodig dan alleen maar suiker, ook daar is weer water en andere voedingsstoffen voor nodig, zoals stikstof. Bij het ontbreken van water of deze voedingsstoffen vertraagt de groei. Het suiker wordt tijdelijk opgeslagen in de plant en dus stijgt het suikergehalte. Komen water of voedingsstoffen weer beschikbaar dan kan de groei weer verdergaan. Maar als juist in die droge periode het gras wordt gemaaid, gedroogd en geperst, blijft deze suiker in het gras zitten en dus in het hooi.
En dit zal niet het laatste jaar zijn dat dit gebeurt. Sterker nog, de temperaturen stijgen, dus de kans is groot dat dit vaker voorkomt. Wat kunnen we hier aan doen? Er zijn grassoorten die het goed doen in droge tijden, zoals rood zwenk of veldbeemd. Deze soort bevat ook weinig energie, ideaal voor paarden die minder goed tegen rijk hooi kunnen. Hooi je van eigen land, is het interessant om je te verdiepen in deze grassoorten, zodat je een aangepast mengsel kunt aanschaffen om (door) te zaaien. Het is ook belangrijk om licht te bemesten voor voedingsstoffen, met bijvoorbeeld compost, lavameel of speciale mestkorrels voor paardenhooi.
Haal je je hooi bij een fouragehandel, dan ben je afhankelijk van waar je hooi komt. Veel bedrijven leveren het hooi al met een analyse, maar anders is het zeker interessant om deze op te vragen of zelf uit te laten voeren als je steeds hetzelfde soort hooi voert. Ook als dit hooi uit het buitenland komt, want ook het kruidenhooi uit Duitsland of Frankrijk kan hoog in suikers zitten, die landen kampen immers met dezelfde droogte. Heb je toch hooi met een hoog suikergehalte en kan je paard daar absoluut niet tegen, kijk dan of je het hooi om kunt ruilen. Ook kun je het hooi weken. Langer dan 20 minuten helpt om het suiker er uit te halen. Het nadeel is dat je de voedingsstoffen er ook uit weekt en je dit dus aan moet vullen. Ook kun je het rijke hooi mengen met stro of graszaadhooi.
We hopen op een goede tweede snede, maar ook daar kleven nadelen aan. Voor een tweede (of zelfs derde) snede wordt vaak snelgroeiend gras (Engels raaigras) of bemesting gebruikt, zodat het ook de kans krijgt om nog te volgroeien aan het einde van de zomer. Dat gras is dan juist weer minder geschikt voor paarden. Ook hier kan veel suiker in zitten. Het voordeel is dat er ook vaak meer eiwitten in zitten en dat is wel weer gunstig. Maar ook bij een latere snede, moet je dus goed opletten of de waardes goed zijn en is een analyse noodzakelijk.