Vaak wordt dit ras gezien als het meest chique ras van de paardenwereld. We hebben het ook meer dan eens over die "ontembare, zwarte, Arabische hengst". Deze maand in de spotlight: Het Arabische Volbloed, ook wel de Arabier genoemd.
Geschiedenis
De arabier is het oudste raszuivere paard ter wereld. Het komt oorspronkelijk van het Arabische schiereiland. Volgens legenden van Arabische volkeren creëerde God de Arabische volbloed uit de zuidenwind. De profeet Mohammed gaf de nomadenstammen de opdracht om dit paardenras zuiver te houden. Door een test van loyaliteit en moed koos Mohammed de stammerries. Dit deed hij door de paarden na een lange rit door de woestijn los te laten richting water. Voordat zij het water bereikten, riep de profeet de paarden terug. Deze merries werden zijn favoriet en hij noemden hen Al Khamsa, wat "de vijf" betekent.
Een arabier in de woestijn. Door Antoine-Jean Gros, circa 1810.
Doordat het ras zo oud en raszuiver is, is dit ook een van de meest gefokte rassen over de hele wereld. Er heerst nog veel speculatie over de precieze herkomst van het ras. Maar ongeacht de origine, klimaat en cultuur hebben het ras uiteindelijk gevormd. De woestijnomgeving zorgde ervoor dat het gedomesticeerde paard samen moest leven met de mens om te overleven; de mens was de enige die hen voedsel en water kon voorzien. Zelfs de meest doorgewinterde Arabieren hebben meer water nodig dan kamelen om te overleven. Veel paarden kunnen maximaal 72 uur zonder water. Wanneer er geen gras of water te vinden was, voedden de Bedoeïenen de paarden dadels en kamelenmelk. De woestijn verplichtte de paarden te overleven met zeer weinig voedsel en de anatomische aanpassingen te maken om te kunnen leven in dit droge klimaat met extreme temperaturen.
Het leven van de Bedoeïenen was sterk afhankelijk van kamelen en paarden. De arabieren werden gefokt als oorlogspaarden met snelheid, uithoudingsvermogen, soliditeit en intelligentie. Omdat veel invallen afhankelijk zijn van heimelijkheid, kozen de rijders eerder voor merries dan voor hengsten. Merries waren stiller en zouden hun positie minder snel verraden. Waardevolle oorlogsmerries werden vaak ook in de familietenten gehouden om te voorkomen dat ze gestolen zouden worden, en om ze te beschermen tegen het extreme weer en roofdieren. Hoewel uiterlijk niet van belang was om te overleven, werden de arabieren ook op schoonheid geselecteerd.
Een arabier met rijder in traditionele kledij.
Kenmerken & Exterieur
De arabier is ongeveer 1,40 meter tot 1,65 meter groot en heeft een vrij klein hoofd met grote, expressieve ogen en een fijngevormde neus. De meeste arabieren hebben een holle knik in de neus, dit wordt ook wel een 'dish' genoemd.
De oren zijn klein en spits. De hals is smal en een beetje gebogen en de borst is naar verhouding breed. De staartdracht is sierlijk en van het lichaam af gedragen. De croupe is bij voorkeur iets vlak en vrij kort.
Het paard beweegt zich sierlijk en soepel, met name in de draf. De kleuren vos, bruin, zwart en verschillende varianten schimmel zijn toegestaan. Soms heeft het ras witte aftekeningen op de benen en aan het hoofd.
Opvallend is dat het skelet van de arabier afwijkt van andere paardenrassen; de arabier heeft slechts 17 ribben in plaats van de gebruikelijke 18. Het ras heeft een lendenwervel minder.
Karakter & Gebruik
Het karakter van de arabier kan omschreven worden als een intelligent, temperamentvol paard. Het is een gevoelig ras waarbij de ruiter eerst zijn vertrouwen moet winnen, waarna het paard door het vuur gaat voor zijn ruiter.
Door het uitstekende uithoudingsvermogen is het ras perfect voor de endurance. In de top van de endurance zie je dan ook veel arabieren terugkomen, of kruising arabieren. Daarnaast zijn ze geschikt bij paardenrennen en shows, worden ze bereden in de dressuur en western en wordt het ras ook vertegenwoordigd in het springen en de eventing. Een ontzettend veelzijdig paard dus!
Rebecca Jane Pinder & de arabier Oso Irazu tijdens het FEI Wereldkampioenschap in de Verenigde Arabische Emiraten. Foto: FEI