Als je het over de westernsport hebt, dan gaat het meestal over het onderdeel reining. De meeste ruiters, ook die geen western rijden, kennen wel de slidingstops en de snelle spins. In deze blog vertellen we je meer over deze tak van sport.
Reining wordt vaak vergeleken met de Engelse dressuur. Het paard moet goed aan minimale hulpen staan en het paard moet werkwillig zijn. Het te rijden pattern wordt beoordeeld op de uitvoering van de gevraagde oefeningen. Het volledige pattern wordt in galop gereden en kenmerkt zich door een patroon van cirkels, stops, rollbacks en spins.
Oorsprong
De westernsport kent zijn oorsprong in Amerika. In de hele Amerikaanse geschiedenis, die dateert vanaf de eerste Spaanse kolonisten in Mexico en het zuidwesten van de Verenigde Staten, moesten ranchers hun vee te paard leiden. Dit vee werd verplaatst, gebrandmerkt, gesorteerd en gehoed, vaak in een open land zonder het voordeel van omheiningen of stallen. Een goede cowboy reed dan ook een snel paard dat hem goed begreep. Hij moest snel van richting kunnen veranderen, snel kunnen stoppen en achter een wegrennende koe aan kunnen sprinten. Het paard moest vooral gereden worden op been- en gewichtshulpen en op één hand, zodat de cowboy zijn aandacht volledig op zijn taak kon richten.
Voor dit werk werden de paarden uiteraard getraind op de lichtste hulpen, de kortste draaien en de snelste stops. Vanuit deze trainingen zijn de wedstrijden en de uiteindelijke onderdelen van de westernsport ontstaan. De reining als sport is in 1949 erkend door de AQHA (American Quarter Horse Association). Van 1966 tot 2000 werd de reining gereden en geleid door de NRHA (National Reining Horse Associaton). Vanaf 2000 is de reining een FEI-erkende sport.
Pattern
Het reiningpattern bestaat uit gemiddeld 8 tot 12 bewegingen, die door het paard uitgevoerd moeten worden. De patterns vereisen de volgende onderdelen:
Cirkels: Het paard moet grote, snelle cirkels en kleine, trage cirkels kunnen maken. Ze moeten perfect rond zijn en de ruiter moet het tempo van het paard bepalen. Er moet een gemakkelijke verandering in de snelheid zichtbaar zijn bij de overgang van grote snelle cirkels naar kleine, trage cirkels.
![](https://i.imgur.com/bsv7Pp5.jpg)
Vliegende galopwissels: Het paard verandert van galop op het midden. Het paard mag de gang niet onderbreken of niet van snelheid veranderen. Het paard moet zowel met de voorbenen als achterbenen veranderen van galop. Ook te vroeg of te laat veranderen mag niet.
Rundown: Het paard galoppeert (rent) langs de lange zijde van de arena minstens 6 meter (20 voet) van de rand. Een rundown is vereist voor een glijdende stop of een sliding stop of rollback.
Sliding Stop: Het paard gaat plotseling van galop naar een complete stop. De voorbenen “wandelen” voorwaarts. De rug moet omhoog worden geheven en de achterbenen komen er goed onder. Een bijzonder krachtige stop zou (afhankelijk van de arena) het stof kunnen doen opwaaien. De beweging moet in een rechte lijn eindigen en de positie van het paard mag niet veranderen.
![](https://i.imgur.com/aJtYuOe.jpg)
Back of Backup: Het paard gaat snel minstens 3 meter (10 voet) achteruit. Het paard moet in een perfect rechte lijn achteruitgaan, stoppen wanneer gevraagd en een moment aarzelen voor de volgende beweging. Het wordt beoordeeld op hoe snel, vlot en recht de lijn is.
Rollback: Het paard doet onmiddellijk, zonder aarzeling 180 graden draai na het stoppen van een “sliding stop” en gaat onmiddellijk vooruit in een lope (galop).
Spins: Ze beginnen vanuit stilstand. Het paard draait 360 graden of meer (tot 4 volledige spins). Het paard draait rondom zijn stationair achterbeen. Dit moet hoofdzakelijk op dezelfde plaats blijven, het paard zal dit been wel opheffen aangezien het draait. De spins worden beoordeeld op snelheid, nauwkeurigheid en zachtheid. Een patroon vereist minstens 1 spin set in elke richting. Precisie is bijzonder belangrijk: een paard dat uit zijn positie gaat of eindigt met slechts 1 voet een paar centimeter van de middellijn van waar het begon zal gestraft worden.
![](https://i.imgur.com/XV6e4dk.jpg)
Pauze of Aarzeling: Het paard wordt gevraagd een paar seconden stil te staan. Dit gebeurt in het reiningpatroon, vooral na spins. Pauzes worden niet beoordeeld als een noodzakelijke beweging, maar een paard dat slechte manieren heeft of zich ongeduldig gedraagt wanneer dit gevraagd wordt, zal gestraft worden.
Score
Het paard begint met een score van 70. Punten worden bijgeteld of afgetrokken met 0.5, 1 en 1.5 punten voor elke 8 tot 12 bewegingen. Elk deel van het pattern is beoordeeld op precisie, zachtheid, voltooidheid en de verhoogde snelheid verhoogt de moeilijkheid van de meeste bewegingen en een hoge score.
Een score van 70 wordt beschouwd als een gemiddelde score voor een paard dat geen fouten maakte, maar ook niet presteerde met enige bijzondere capaciteit.
Een score onder 70 reflecteert sancties voor incorrect gepresteerde bewegingen of foutief gedrag van het paard.
Een score boven de 70 reflecteert dat sommige of alle bewegingen boven het gemiddelde presteerden.
Een score boven 80 reflecteert uitzonderlijk prestaties.
Wanneer een combinatie een oefening niet of onvolledig uitvoert, kan een 'nul score' of DQ krijgen. Dit betekent dat de combinatie uitgesloten is van de prijzen.
![](https://i.imgur.com/JwR3YKA.jpg)
Paard en ruiter
Op veel reiningwedstrijden zie je vooral Quarter Horses of Paint Horses. Deze rassen worden speciaal voor deze tak van sport gefokt. Toch wil het niet zeggen dat je alleen met een paard van dit ras reining kunt rijden. Zeker op amateurniveau kun je ook prima met andere rassen deelnemen aan competities. Het paard moet vooral behendig en snel zijn en heel goed reageren op de ruiter zijn hulpen. Alle competitiepaarden in FEI-erkende competities moeten minstens 6 jaar oud zijn.
Paarden onder de zes jaar mogen uiteraard wel deelnemen aan lagere competities. Deze worden dan vaak gereden met een trens of bosal. Wanneer een paard 6 jaar of ouder is, is het verplicht om te rijden op een bit met scharen. Uiteraard wordt er gereden met een westernzadel. Voor de veiligheid is het toegestaan om de paarden splintboots, skid boots en bell boots om te doen.
Ruiters moeten een shirt met lange mouwen, een jeans, een cowboyhoed of -cap en cowboylaarzen dragen. In de meeste competities dragen ze ook chaps, handschoenen, sporen en een neksjaal. Er is minder verschil tussen kleding voor mannen en vrouwen in reining dan in de meeste western gebeurtenissen. Toch is de kleding van vrouwen vaker in felle kleuren en is ze meer geschikt om een verfraaid jasje of vest aan toe te voegen.
Wedstrijden
De sfeer op wedstrijden is anders dan op de gemiddelde dressuurwedstrijd. Net als bij iedere wedstrijd is er een losrijring en een wedstrijdring. De regels in de ringen zijn overigens gelijk aan de Engelse sport. Eenmaal in de wedstrijdring is er een groot verschil. Waar in de dressuur de stilte vaak overheerst, wordt er bij de western gejoeld en aangemoedigd. Net als bij de dressuur is het gewoon om de jury te groeten voor je aan een pattern begint. En ook na afloop wordt er gegroet. Waar je in de dressuur je paard mag aanraken, bijvoorbeeld voor een beloning, mag dit in de westernsport niet. Maar waar je in de dressuur je stem niet mag gebruiken, mag dit in de westernsport juist weer wel. Voor je aan wedstrijden begint, is het daarom belangrijk om goed het regelboek van de vereniging waar je start door te nemen, zodat je op de hoogte bent van de juiste regels.
![](https://i.imgur.com/TvRQEYF.jpg)